En als je graag nog wat bredere reistips oppikt, ik surf zelf vaak op https://voyagerloin.fr om ideeën op te doen. Maar goed, terug naar onze camper-want warm blijven is nét iets belangrijker dan mooie foto’s scrollen.

Waarom überhaupt met de camper in de winter reizen ?

Franchement ? Omdat het stil is. Rustig. Je staat soms helemaal alleen op een parking waar in juli dertig campers gepropt staan. En die ochtenden… als de ramen langzaam ontwasemen en je buiten een vliesje ijs op het gras ziet ? Magisch. Maar ja, dat betekent ook dat je installatie moet kunnen volgen.

Verwarming : wat werkt echt goed ?

Truma-combi, dieselkachel, Webasto… iedereen heeft z’n kamp. Persoonlijk zweer ik bij een dieselkachel, vooral omdat ik geen gedoe wil met gasflessen die net leeg zijn op zondagavond ergens in de Ardennen. Maar een Truma op gas verwarmt sneller, dat merk je meteen. Misschien is het een gevoelskwestie, maar ik vind dat propane bij -10°C nét iets minder vlot brandt. Herkenbaar ?

Kleine tip die ik ooit gekregen heb van een Duitse kampeerder in Garmisch : laat je verwarming nooit volledig uit ’s nachts. Opwarmen van 5°C naar 20°C vreet meer energie dan gewoon op 12–14°C blijven hangen.

Isolatie : de helft van de warmte zit in de details

Warmteverlies is de echte vijand. Een paar dingen die bij mij een wereld van verschil maakten :

• Thermomatten voor de voorruit. Die dingen zijn misschien niet sexy, maar wauw, wat houden ze veel kou tegen.
• Afdichten van deuren met rubberstrips – kost bijna niks en je voelt het meteen aan de voeten.
• Vloerkleedje. Serieus, zelfs een dunne mat helpt tegen dat ijskoude vinylgevoel ’s ochtends.

Water en tanks : voorkom een ijsblok in je boiler

Ik heb één keer meegemaakt dat mijn afvaltank bevroren was in Oostenrijk. Eén keer. Daarna nooit meer zonder verwarming of isolatie rond leidingen vertrokken.

Enkele trucs :

• Houd de cleane watertank indien mogelijk binnen de verwarmde ruimte.
• Zet de afvaltank een klein beetje open en plaats een teil eronder als het écht streng vriest. Een beetje primitief, maar beter dan een ijsblok.
• Laat af en toe een straaltje water lopen als je in extreme kou staat (denk -15°C en lager).

Gasverbruik en energiebeheer : onderschat het niet

Heb je een gasinstallatie ? Reken op twee keer zoveel verbruik in de winter. Een 11 kg-fles kan in drie dagen leeg zijn als je non-stop stookt. En geloof me, midden in de Jura zoeken naar een propaanfles om 21:30… ik heb dat eens gedaan, en nee, ik beveel het niemand aan.

Overweeg echt om :

• met twee volle flessen te vertrekken,
• een omschakelsysteem te installeren,
• of deels op dieselverwarming te draaien.

Waar sta je veilig in de winter ?

Veel campings in Frankrijk en Duitsland blijven open, maar check altijd de info. Aires zijn top, maar denk aan dingen zoals : sneeuwruiming, hellingen (glad !), en of je niet ergens ingesloten raakt. Perso, ik kies liever voor een plek met wat passage. Je weet nooit wanneer je een schop of startkabels nodig hebt.

Winterbanden en grip : onderschat dit niet

Als je ooit met vier ton aan camper een besneeuwde bergaf bent afgerold, dan weet je : winterbanden en sneeuwkettingen zijn geen luxe. Koop kettingen die écht passen op je bandenmaat – laatst zag ik een koppel dat een maat te klein had. Drama.

Et après ? Genieten, gewoon genieten

Met de juiste voorbereiding is winterkamperen een van de meest ontspannen manieren van reizen. Je warmt na een lange wandeling op met een kop thee, je hoort enkel het zachte gebrom van je verwarming… en buiten dwarrelt de sneeuw heel stil over het dak. Je voelt je bijna in een cocon.

Dus, eerlijk : heb je al zin om te vertrekken ? En waar zou jij het liefst heen rijden als eerste wintertrip ?

Voor wie graag alvast rondsnuffelt naar inspirerende domeinen : ik ben laatst op de site https://www.domainesaintjacques.com beland – je weet wel, dat soort klik waar je “even kijken” denkt en uiteindelijk twintig minuten blijft hangen. Perfect om ideeën op te doen voor een volgende stop.

1. De Elzas (Frankrijk): slingerweggetjes en dorpen waar je per ongeluk verliefd op wordt

De Route des Vins d’Alsace blijft voor mij een klassieker. Misschien omdat je er zo makkelijk met de camper kunt manoeuvreren, misschien omdat elk dorpje lijkt op een filmdecor. Ribeauvillé, Eguisheim, Kaysersberg… je rijdt erdoorheen en je ruikt meteen die mix van hout, gist en iets dat bijna honingachtig is. Op veel plekken vind je kleine, rustige camperplaatsen vlak naast de wijnranken – ideaal als je graag te voet een cave bezoekt zonder stress over terugrijden.

2. De Moezel (Duitsland): strak tegen de rivier en met uitzicht waar je stil van wordt

Ik blijf me verbazen hoe de wijnstokken hier bijna verticaal tegen de hellingen lijken geplakt. Echt, soms vraag ik me af hoe ze dat überhaupt oogsten zonder touw en zekering. Tussen Trier en Cochem vind je een reeks supertoegankelijke camperplaatsen direct aan het water. En ’s avonds, wanneer de zon precies achter de heuvel zakt… ja, dat moment heb ik minstens drie keer te veel gefotografeerd. Heb jij dat ook, dat je camera vol staat met bijna-identieke zonsondergangen ?

3. Toscane (Italië): glooiende heuvels en wijnhuizen waar je eigenlijk wilt blijven wonen

De Chianti-regio is een droom, punt. Het landschap golft alsof iemand het met de hand heeft getekend en de wegen zijn breed genoeg voor campers – al moet je soms even slikken bij de haarspeldbochten. Veel agriturismo’s hebben eenvoudige staanplaatsen. Soms sta je letterlijk tussen de olijfbomen en eet je ’s avonds een bord pasta dat zó simpel is dat het bijna onredelijk lekker wordt. Het enige minpunt ? Je vertrekt altijd met te veel flessen. Maar ja, kan je het jezelf kwalijk nemen ?

4. La Rioja (Spanje): modern design tussen eeuwenoude wijntraditie

Wat me in La Rioja het meest verraste, is die mix van hypermoderne bodegas en dorpjes waar de tijd lijkt te hebben stilgestaan. De wegen zijn breed en relaxed voor campers ; dat voelt meteen vrijheid. Logroño heeft bovendien een paar prima camperplaatsen en je bent zo aan de wijnroute. De proeverijen zijn hier vaak verrassend betaalbaar, soms al vanaf 6 of 8 euro. Echt een fijne regio als je niet alleen mooie landschappen maar ook een beetje cultuur én tapas wilt meepakken.

5. De Bourgogne (Frankrijk): voor wie het wijnritueel écht wil beleven

Oké, de Bourgogne is niet goedkoop. Dat weten we allemaal. Maar de sfeer… die is zó bijzonder. De weg tussen Beaune en Santenay is een snoer van kleine wijngaarden, muurtjes en stiltes waar je bijna vanzelf langzamer gaat rijden. De camperplaatsen zijn eenvoudig maar goed geplaatst, vaak op wandelafstand van een domaine. Persoonlijk vond ik de rondleiding in Santenay een van de meest ontspannen die ik ooit had – nul opsmuk, gewoon iemand die trots vertelt over zijn druiven. Dat soort momenten, daar doe ik het eigenlijk voor.

Tips voor je wijnroute met de camper

• Check vooraf welke domeinen campers toelaten. Sommige bieden zelfs speciale plaatsen aan als je ter plekke een proeverij boekt.
• Ga vroeg op pad als je door heuvelachtig gebied rijdt. Minder verkeer, meer plezier.
• Drink slim – je weet wat ik bedoel. Plan je proeverijen zodat je niet meer hoeft te rijden.
• Neem een fiets mee. Serieus, dat maakt alles tien keer relaxter.

Welke wijnstreek zet jij als volgende op je lijst ?

Ik ben benieuwd : houd jij meer van ruige berghellingen zoals aan de Moezel, of droom je van Toscaanse zonsondergangen ? Stuur gerust je eigen favoriete wijn-etappes door. In ons clubje leren we het meest van elkaars ervaringen – en eerlijk, niets zo leuk als nieuwe plekken ontdekken dankzij iemand die “hé, dit moet je echt eens proberen” zegt.

Voor je verder leest : als je nog op zoek bent naar een fijne camping onderweg, check dan zeker even https://www.camping-cottage.fr. Daar vind je echt makkelijk leuke plekjes, ook last minute, en veel zijn camperproof.

1. De kliffen van Étretat – Normandië

Beginnen we met een klassieker. Maar wát voor een. Étretat is zo’n plek waarvan je denkt : “Bestaat dit echt ?” Die witte krijtrotsen, de bogen in de rotsen, en dan die ruige zee eronder… Het lijkt net een schilderij. Parkeer je camper op de Aire de Camping-Car net buiten het dorp (je loopt zo naar het centrum) en trek je wandelschoenen aan. Tip van Michel uit ons forum : neem een picknick mee en blijf tot zonsondergang. Magisch.

2. De Dordogne : kastelen, markten en foie gras

De Dordogne voelt een beetje alsof de tijd er stil is blijven staan. Kleine dorpjes als Domme en La Roque-Gageac hangen tegen de heuvels aan, en de rivier slingert er rustig tussendoor. Er zijn volop camperplekken langs het water – sommige met waanzinnig uitzicht. Persoonlijk vond ik de markt in Sarlat op zaterdag een van de leukste ervaringen : druk, chaotisch, maar zó gezellig. En ja, ik heb veel te veel eendenpaté gekocht. Geen spijt.

3. Gorges du Verdon – de Franse Grand Canyon

Als je een beetje van actie houdt : dit is dé stop. De Verdon-kloof is indrukwekkend vanaf de weg, maar huur vooral een kajak en ga het water op. Dat turquoise water… niet normaal. Let op : het is hier wel populair in juli en augustus, dus probeer vroeg te komen of reserveer een plekje op voorhand. Lieve uit onze Facebookgroep raadde Camping de l’Aigle aan : basic, maar met uitzicht om stil van te worden.

4. De wijnroutes van de Elzas

Oké, toegegeven : we zijn niet allemaal wijnkenners. Maar in de Elzas maakt dat echt niks uit. Je rijdt van dorp naar dorp (Riquewihr ! Eguisheim ! Colmar !) en overal kun je stoppen voor een proeverij. Veel wijnboeren hebben trouwens ook een plekje voor campers. En die vakwerkhuisjes… ik voelde me net in een sprookjesfilm. Eén waarschuwing : je foto-album wordt hier héél vol.

5. De Camargue : flamingo’s en wilde paarden

Deze stond niet op m’n originele lijst, maar wát ben ik blij dat ik er langs ben gereden. In de Camargue (zuidelijk deel van Frankrijk, tussen de Rhône-delta en de Middellandse Zee) vind je wetlands, zoutvelden, en ja : echte, wilde flamingo’s. En paarden, overal. Het stadje Saintes-Maries-de-la-Mer is wat toeristisch, maar heeft een fijne camperplek aan het strand. ’s Avonds hoor je alleen de wind en het gekrijs van de vogels. Heel bijzonder.

6. De Pyreneeën – natuur, rust en sterrenhemels

Laatste tip, en eentje voor de rustzoekers : de Pyreneeën. Hier geen overvolle campings of drukte, maar stilte. En bergen, veel bergen. Rij bijvoorbeeld naar het Parc National des Pyrénées en blijf een nacht staan op de Col d’Aubisque. Adembenemend uitzicht en ‘s nachts een sterrenhemel die je echt even stil maakt. Klein minpuntje : het kan fris zijn, zelfs in augustus. Maar hé, dat hoort erbij.

En jij ? Welke stops staan op jouw lijstje ?

Iedereen reist anders. Sommige mensen willen elke dag ergens anders staan, anderen blijven liever een paar dagen op dezelfde plek. En dat is juist het mooie van reizen met een camper : je bepaalt het helemaal zelf. Dus vertel : waar móeten wij volgens jou echt stoppen tijdens een roadtrip door Frankrijk ? Laat het weten in de reacties of in de groep. Wie weet komt jouw tip in onze volgende selectie.

Voor vertrek : even goed checken

1. Papieren in orde ?
Zorg dat je rijbewijs (vaak B is genoeg, maar check je gewicht !), kentekenbewijs en verzekeringspapieren mee zijn. Ook een Europese schadeformulier kan geen kwaad. En heb je je groene kaart al geprint ? Ja, ouderwets papier. Je weet maar nooit.

2. Technische check van de camper
Banden op spanning ? Oliepeil oké? Gasflessen gevuld ? Vuil- en schoonwatertank leeg respectievelijk vol ? Als je dat pas ontdekt op een parkeerplaats in de Ardèche… geloof me, dat wil je niet.

3. Navigatie & route
Gebruik je Google Maps, een aparte GPS of zo’n oldschool Michelin-kaart ? Wat je ook kiest, zorg voor een plan B. Offline kaarten zijn echt goud waard als je ergens in de bergen zonder bereik belandt.

Wat je zeker moet inpakken (en wat vaak vergeten wordt)

4. Slaapspullen
Dekbed of slaapzak, hoeslakens, kussens. En ja, ook als het zomer is : neem een extra deken mee. Een nachtje op 1.200 meter hoogte in de Dolomieten heeft me dat geleerd.

5. Koken & eten
Gaspitje aan ? Check. Pannen, bestek, borden, bekers. Vergeet vooral de kurkentrekker niet – klinkt als een detail, maar na een lange rit zonder is dat een ramp. En neem basiskruiden mee : zout, peper, olijfolie. Plus iets wat je écht lekker vindt (mijn guilty pleasure : sardientjes in blik met citroen).

6. Elektra & verlichting
Verlengsnoer, adapters, eventueel een omvormer. Zaklamp of hoofdlamp is ook handig. En powerbanks ! Want niks zo irritant als een lege telefoon net als je dat mooie uitzicht wil vastleggen.

7. Hygiëne & toilet
Toilettas, natuurlijk. Maar ook : toiletvloeistof voor het chemisch toilet (essentieel !), wc-papier (dat oplost), handzeep, afwasmiddel, microvezeldoeken. En een kleine waslijn + knijpers, geloof me, komt altijd van pas.

8. Kleding : minder dan je denkt
Neem laagjes mee. Korte broek én regenjas. Slippers én stevige schoenen. En pak geen 10 T-shirts in. Na drie dagen draag je toch alleen je favoriete twee.

Onmisbare extra’s waar je blij van wordt

9. Niveaublokken
Want een nacht slapen met je hoofd lager dan je voeten ? Mwah. Die blokken zijn niet sexy, maar wel superhandig.

10. Campingstoelen & tafel
Zit je ineens op een betonnen trapje in plaats van onder je luifel met een glas wijn. Comfort telt !

11. Spelletjes of een boek
Voor regenachtige avonden of als je gewoon even offline wil. Kaartspelletje, dobbelstenen, of een lekker dik boek. Altijd goed.

12. EHBO-setje
Pleister, pijnstiller, tekentang. En iets tegen muggen. Vooral tegen muggen.

En dan nog dit…

Laat ruimte voor improvisatie. Ja, echt. Hoe goed je ook voorbereid bent, er gaat áltijd iets anders dan gepland. Dat is precies wat het leuk maakt. Je vergeet iets, je verdwaalt, je ontmoet iemand onverwacht. Heerlijk toch ?

Tip van de club : neem een klein notitieboekje mee. Schrijf per dag wat je deed, wat goed ging, wat je anders zou doen. Superleuk om terug te lezen – en handig voor je volgende trip.

Klaar om te vertrekken ?

Camper ingepakt ? Route globaal uitgestippeld ? Dan is het tijd om gewoon te gáán. Wacht niet tot alles “perfect” is. Je leert het onderweg. En geloof me, die eerste keer vergeet je nooit meer.

Veel plezier en veilige kilometers – laat je vooral verrassen !